Archief
Archief
april 2025 Als ik een keer ga hardlopen, gebeurt het steevast: een voorbijganger roept “Goed bezig!” En gek genoeg, het werkt. Mijn pas wordt steviger, mijn ademhaling lijkt even makkelijker te gaan. Iemand die mij niet kent, moedigt mij aan. Zomaar. In de Bijbel wordt gesproken over de ‘wedren van het geloof’ (Hebreeën 12:1). Het beeld is krachtig: we rennen een race, soms tegen de wind in, soms met zware benen, maar we gaan door. En hoe mooi zou het zijn als we als geloofsgemeenschap ook vaker naar elkaar zouden roepen: “Goed bezig!” Want dat is wat de kerk is, of zou moeten zijn: een plek waar mensen van verschillende achtergronden, generaties en overtuigingen elkaar aanmoedigen om de diepere betekenis van het leven te ervaren. Een plek waar geloof, hoop en liefde tegen de keer in gaande worden gehouden. Waar we oefenen om van onszelf af te kijken en onze blik op de ander en op de Eeuwige te richten. Dus als je weer eens in de kerk zit, of je inzet voor de kerk: weet dan: je rent een goede race. Je houdt iets waardevols in stand. Je zoekt, denkt, bidt, deelt, troost. Goed bezig! Anneke van der Velde Als u eens een gesprek met mij wilt: neem gerust contact op! 06 52680894, veld5834@planet.nl. De toekomst in Gods handen… "Een mens stippelt zijn weg uit, de Heer bepaalt de richting die hij gaat." (Spreuken 16: 9) Samen onderweg. Dat is wat we als ‘Kerken met Vaart’ doen. We zoeken naar verbinding, naar nieuwe vormen van kerk-zijn, naar manieren om het geloof in onze tijd handen en voeten te geven. En wat is het mooi om te zien hoe dat steeds meer vorm krijgt! Er ontstaan bijzondere initiatieven, gezamenlijke vieringen, inspirerende ontmoetingen en momenten waarop we elkaar als geloofsgemeenschap versterken. We mogen dankbaar zijn voor de stappen die we al gezet hebben. Toch weten we ook: de toekomst is niet van ons. Hoe goed we ons best ook doen, hoe mooi de plannen ook zijn – uiteindelijk ligt alles in Gods handen. We mogen bouwen en werken, maar God is het die de groei geeft. En dat geeft rust. We hoeven het niet alleen te dragen, we mogen vertrouwen dat God met ons meegaat, welke richting de weg ook op zal gaan. Dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen met een kop koffie en wachten tot de hemel opengaat, al klinkt dat misschien aanlokkelijk. God vraagt ons wel om aan het werk te blijven, maar zonder de illusie dat we alles onder controle hebben. Misschien is dat wel de kern van ons geloof: leven in vertrouwen. Geloven dat de kerk niet alleen een menselijke organisatie is, maar dat God zelf er Zijn adem in blaast. We doen ons best, soms struikelend, soms met een vleugje heilige chaos, maar altijd met dat oude verhaal in ons hart. Want waarom doen we dit eigenlijk? Waar draait het uiteindelijk om? Niet om structuren of samenwerkingsverbanden op zichzelf, maar om dat ene, tijdloze verhaal. Het verhaal dat steeds weer nieuw blijkt te zijn, dat ons bezielt en in beweging zet. Paul van Vliet verwoordde het ooit prachtig in een lied: De oude droom Er was eens een droom en die droom leek vervlogen En hij scharrelde eenzaam en oud door de stad Door vrienden van vroeger verloochend bedrogen Een karikatuur die zijn tijd had gehad En die stokoude droom ging langs deuren van huizen Waar ooit hij het stralende middelpunt was Geliefd en aanbeden een held in 't verleden Met een kroon op zijn hoofd en met vleugels van glas En hij nam ons mee langs wegen van liefde Naar hoog in de bergen naar toppen van kracht En het uitzicht daarboven was niet te geloven Zo mooi en zo ver en nog nooit zo bedacht Maar die stokoude droom zwerft nu door de straten Verhongerd vermagerd verarmd en half blind Niemand heeft tijd om wat met hem te praten Alleen af en toe nog een gek of een kind Dus als je hem tegen komt een dezer dagen Haal hem in huis probeer het een keer Geef hem een stoel en dan moet je hem vragen Hee ouwe droom hoe zat het ook weer Dat jij ons meenam langs wegen van liefde Tot hoog in de bergen naar toppen van kracht De wereld hervormen de hemel bestormen Met nieuwe ideeën nog niet eerder bedacht Want die stokoude droom heeft nog heel veel te geven Hij heeft een geheim en dat zijn wij soms kwijt Maar hij zal ons ook allemaal overleven Hij is zo oud als de wereld maar zo jong als de tijd Maar je moet hem beschermen je moet hem verzorgen Je moet hem koesteren onder de zon Je moet hem vertrouwen en vandaag al of morgen Weet je het weer waar het ooit om begon Dan neemt hij je mee weer langs wegen van liefde Tot hoog in de bergen naar toppen van kracht En daar zal dan blijken dat je verder kunt kijken En hoger kunt reiken dan je ooit had gedacht Die droom, dat verhaal, dat blijft. Door alle veranderingen heen, door alle zorgen en twijfels heen. Laten we met elkaar blijven bouwen aan een kerk die dat verhaal doorgeeft. In vertrouwen, in hoop – en in het besef dat we dit alles in Gods handen mogen leggen. En dan nog: Sinds 21 november 2024 biedt de Protestantse wijkgemeente Open Hof in Kampen kerkasiel aan de familie Babayants uit Oezbekistan. Dit gezin, bestaande uit ouders Aleksandr en Karina en hun vier kinderen Aram, Ariana, Amelia en Aleksa, verblijft al elf jaar in Nederland en dreigt te worden uitgezet na een afgewezen asielprocedure. De kerk organiseert onafgebroken kerkdiensten om het gezin bescherming te bieden en aandacht te vragen voor hun situatie. Met de slogan "Wij luiden de klok voor kinderen" roept de kerk op tot dialoog met de overheid over een pardonregeling voor dit en vergelijkbare gezinnen. Afwisselend houden voorgangers van allerlei kerken de permanente eredienst gaande. Meer informatie is te vinden op kerkasielkampen.nl. Het tijdvak dat ik -samen met de Remonstrantse gemeente Hoogeveen- voor mijn rekening neem: 13 maart van 10-12 uur. Van harte welkom iedereen van ‘Kerken met Vaart’ om hier ook bij aanwezig te zijn! ds Anneke van der Velde veld5834@planet.nl 06 52680894 Een reisgenoot voor 2025 Wees sterk en moedig. Wees niet bang en laat u niet afschrikken, want het is de HEER, uw God, Die met u meegaat. Hij zal niet van uw zijde wijken en u niet verlaten. (Deut. 31:6) Hoe ver kun je vooruit kijken als je 1 januari bent ingestapt? Inmiddels kunt u al wel een aantal dagen terugkijken. Maar als u zich dan weer omdraait om verder het jaar 2025 in te kijken, dan ziet u niet zoveel meer dan een afgeplakt raam waar een beetje licht doorheen schemert. Uw papieren of digitale agenda heeft talloze lege pagina’s. Misschien heeft u hier en daar al wel wat ingevuld. Dat staat dan alvast op de planning. Maar daar wordt het zicht op het nieuwe jaar niet veel anders van. In de Bijbel staat het volk Israël op een gegeven moment ook aan een nieuw begin. De grenzen van het beloofde land. Ze waren bevrijd uit Egypte, waar ze een slavenvolk zijn geweest. Mozes, hun leider, heeft 40 jaar met hen door de woestijn gezworven met alle ups en downs die daarbij horen. God had hen het vruchtbare land Kanaän beloofd om een nieuw start te kunnen gaan maken. Mozes heeft het leiderschap overgedragen aan Jozua en nu staan ze op het punt om bij de Jordaan de grens over te steken. Er zal strijd geleverd moeten worden met de stammen die daar wonen. Het land moet worden bewerkt en huizen gebouwd. Angst en hoop wisselen elkaar af. Niemand weet hoe het zal gaan… En dan moet Mozes tegenover Jozua en heel het volk de woorden uitspreken die ik hierboven heb neergeschreven. Als een hart onder riem. Als bemoedigende stapstenen voor je voeten. Als een hand om vast te grijpen als je niet verder durft. Dat wat je nodig hebt om een onbekende toekomst binnen te gaan. Zoiets als een nieuw jaar… We hebben allemaal onze eigen geschiedenis, onze eigen rugtas die we mee hebben genomen de drempel over van 2025. Die kunnen de verwachting kleuren, licht of donker. Afhankelijk van we bij ons dragen. Maar niemand wil alleen een weg gaan die je niet kent. De tekst uit de Deut. 31 zegt dat dit ook niet hoeft. De God van Mozes, Jozua en het volk Israël is er nog steeds. Als een reisgenoot. Onveranderd. Met evenveel trouw, goedheid en bewogenheid. Nog net zo gedreven om samen op te lopen. Hoe krom en donker de wegen ook kunnen zijn. Maar zijn licht, dat is gaan schijnen in Jezus Christus, laat ons niet verloren lopen. Ik wens u Gods zegen en alle goeds voor het nieuwe jaar 2025! Ds. Gerda van Vliet gwvvliet@gmail.com ![]() Dominee aan de Vaart november 2024 We zijn alweer een stukje op weg in het seizoen. De eerste gezamenlijke diensten en Kliederkerkdiensten zijn geweest, de eerste pelgrimswandelingen en andere activiteiten hebben plaatsgevonden. De gespreksgroepen zijn gestart, en worden gelukkig goed bezocht. Het is mooi om met elkaar over allerlei zaken van gedachten te wisselen die het geloof betreffen. Gelukkig haken er ook mensen aan die niet per se elke zondag in de kerk zitten. Als u overigens nog wilt meedoen met de gespreksgroepen: (zowel de Bijbel- als Zin-groep) stuur mij even een mailtje en dan krijgt u de te lezen stukken voor de volgende bijeenkomst thuis gestuurd. Het was mooi om als ‘Kerken met Vaart’ samen het Avondmaal te vieren, en om ook dit sacrament in gezamenlijkheid te beleven. Iedere kerk heeft zo haar eigen manier in de ‘logistiek’. Ook wat dat betreft kunnen we ons aan elkaar scherpen en van elkaar leren. Inmiddels is ook de ‘Uitvaartcursus’ van start gegaan. Met zes mensen van ‘Kerken met Vaart’ nemen we goed deel. In de toekomst kan dit ruimte geven aan de bemensing van uitvaartdiensten, en ook voor een ‘nabije’ invulling zorgen. Als een en ander is afgerond zal er vast een verslag van de deelnemers komen. Kerk in de Kringloop, bij de koffie en in de keuken Als deze bijdrage verschijnt, is het waarschijnlijk december, en bereiden we ons voor op Kerst. Ik heb het altijd mooi gevonden dat Kerst klein begint, met een alledaags tafereel, midden in het gewone leven. Het wonder van Jezus' geboorte gebeurt niet in een paleis of tempel, maar in een eenvoudige ruimte, tussen dieren, in de buurt van arme, eenvoudige, gewone mensen. Deze bescheiden start herinnert ons eraan dat God vaak juist in de gewone situaties werkt, op plaatsen waar warmte en verbondenheid centraal staan. Kerk zijn is niet iets dat zich alleen in de kerk afspeelt; het gebeurt juist buiten de kerk; overal waar mensen elkaar ontmoeten, naar elkaar omzien en elkaar helpen. Onlangs bracht ik een bezoek aan de Kringloop van de kerk in Klazienaveen. Het was er een levendige drukte; mensen kwamen niet alleen om tweedehands spullen op de kop te tikken, maar ook voor een kop koffie en een goed gesprek. Wat me trof, was hoe mensen opbloeiden door het contact en de aandacht die ze daar kregen. Vrijwilligers stonden klaar om te luisteren, tijd te nemen, en een beetje licht te brengen in de dag van de bezoekers. Het was er warm en gastvrij, en ik dacht: dit is kerk zijn op zijn best… Het mooie is dat zo’n ontmoetingsplaats niet alleen kenmerkend is voor Klazienaveen. Ook in de andere ‘Kerken met Vaart’ gebeurt er veel op het gebied van ontmoeting en verbinding. Denk aan de koffieochtenden, het diaconaal werk, de pelgrimswandelingen en de andere activiteiten die worden georganiseerd om mensen samen te brengen. In de keukens van de diverse kerken zijn er vaak vrijwilligers te vinden die zich onvermoeibaar inzetten om met hun tijd en aandacht iets wezenlijks te betekenen voor de ontmoeting van mensen. Achter de schermen wordt er door veel mensen gewerkt om die laagdrempelige gastvrijheid mogelijk te maken. Dat geldt ook voor het vele werk voor en door de jongeren, en het club- en ‘klieder’-werk. Het is prachtig om te zien hoe door de week de kerk zichtbaar en voelbaar aanwezig is. Voor velen is het een steun, een plek van hoop en verbinding. Bij dit alles denk ik aan de woorden uit Hebreeën 13: 15 en 16: (Bijbel in Gewone Taal) Dankzij Jezus kunnen we de juiste offers brengen om God te danken. Dat doen we door hem steeds te prijzen in onze gebeden en liederen, en door elkaar te helpen en dingen met elkaar te delen. Dat zijn de offers waar God van houdt! In de Kringloop, maar ook op de vele andere plekken waar mensen van de verschillende ‘Kerken met Vaart’ samenkomen, wordt gedeeld, worden zorgen verlicht en vindt echte ontmoeting plaats. Kerk zijn is daar waar mensen naar elkaar omzien, bereid zijn elkaars lasten te dragen, en zo een stukje van Gods liefde zichtbaar maken. Ik wens u een gezegende Kerst en een goede Jaarwisseling! ds. Anneke van der Velde veld5834@planet.nl ![]() Psalm 139 - Over God gesproken - Over God spreken en proberen te vertellen wie Hij is of wat Hij is, kan moeilijk zijn. Want wat kun je eigenlijk over God zeggen? ‘Hij is de gans Andere’, zei de Duitse theoloog Karl Barth. Die woorden voelen alsof God ergens ver weg is. Terwijl we soms het verlangen hebben om bij Hem te schuilen, omdat het leven even te zwaar of te onbegrijpelijk is. Hoe doe je dat bij de ‘gans Andere’? Psalm 139 doet het tegenovergestelde. Die brengt God heel dicht bij: ‘U kent mij en weet het als ik zit of sta. U weet wat ik wil gaan zeggen. U omsluit mij van achter en van voren. Waar ik ook heenga, op een berg of in het dodenrijk, U bent daar. U zag mij al toen ik in de moederschoot werd gemaakt…’ Naar aanleiding van deze Psalm wordt er wel eens van God gezegd dat Hij ‘alomtegenwoordig’ is. Maar wat is dat eigenlijk? En moet je daar bang voor zijn? Wat moet je precies met die God? De Bijbel zegt ook: ‘God is Geest’. De moderne mens kan daar misschien wel het best mee uit de voeten. Over God spreken als Geest lijkt dan het meest zuivere, want verder kunnen we alleen maar zeggen wat God niet is: niet zichtbaar, niet lichamelijk, niet sterfelijk… Misschien kun je beter zwijgen over God, dan blijven zoeken hoe je iets zinnigs over Hem kunt zeggen… En toch zeggen de bijbelschrijvers heel veel over God. Vaak gaat het dan over de ontmoeting met God, soms onverwacht. Ze zijn als ‘jij’ aangesproken door een ‘Ik’. Het voelde voor hen als een ontmoeting die niet minder reëel is dan die van mens tot mens. En als je daar over wilt vertellen, dan kan dat niet met abstracte termen. Dan kom je vanzelf uit bij een menselijk spreken over God. Zoals dat gevoel van een hand op je schouder op het moment dat je bemoediging nodig had. Dan wil je zeggen dat God je heeft gezien, dat Hij je heeft gehoord. Dan wil je over God spreken als een ontmoeting met Hem die je niet kunt en wilt ontkennen. Dan zijn we weer terug bij Psalm 139. Zegt de dichter van deze Psalm nu dat God ‘alomtegenwoordig’ is? Moet je over God spreken als over een soort onzichtbare materie die overal om ons heen is? Als je Ps. 139 goed leest, dan zegt de schrijver dat hij God telkens tegen het lijf loopt. Keer op keer ontmoet hij God. Hij is er verwonderd over dat God hem zo goed kent. Hij kan eigenlijk niet begrijpen dat God hem zo menselijk tegemoet komt. God die zijn hand op hem legt, die hem bij de hand neemt om hem te begeleiden door het leven. God die weet heeft van zijn bestaan, al van voor de geboorte. God die hem bijlicht in de duisternis van het leven. God die één en al oor en oog is, die jou als mens hoort en ziet. Die met je oploopt en in je is geïnteresseerd. Dat is menselijk over God spreken. De meest dichtbije en begrijpelijke manier. Omdat God zich zo ook laat kennen, op een menselijke manier, in onze taal en passend in onze eigen menselijke ervaringen, in de andere mens. Je kunt Hem zomaar tegenkomen in je leven, omdat Hij je op elke plaats tegemoet wil komen. In je vreugde en in je verdriet. Daar waar het licht is, maar ook daar waar je weg door het duister gaat. In je eenzaamheid en daar waar we als gemeente bij elkaar zijn. Als het om de ontmoeting gaat, schuwt God geen enkele plek. Omdat Hij ons liefheeft en ons ons door en door kent. Daarom gaat Hij met ons mee en trekt Hij met ons op in ons leven, op een menselijke manier. Dichtbij en vertrouwd…. Over God gesproken… Ds. Gerda van Vliet ![]() Het jaarthema - september 2024 Het is september, en het kerkelijk seizoen gaat weer van start. We hebben in de kerkenraden en in het kernteam van ‘Kerken met Vaart’ allerlei plannen gemaakt voor de komende tijd. Er is een prachtige folder vormgegeven waarin alle gezamenlijke activiteiten staan. (zie -binnenkort- ook: www.kerken-met-vaart.nl) Het was mooi om zo samen te werken aan de toekomst van onze kerken. Ik hoop op een goede opkomst bij de gespreksgroepen. Er is er één over ‘de Zin van het leven’, en een Bijbelgespreksgroep. De laatste zal ik samen met ds. Van Vliet van de Zuiderkerk begeleiden. Mocht u interesse hebben: u kunt zich opgeven bij mij: veld5834@planet.nl. De data en tijdstippen staan in de folder. Ik hoop dat de gespreksgroepen -en ook de andere activiteiten- bijdragen aan het versterken van het fundament waarop de samenwerking tussen de kerken berust. Door met elkaar in gesprek te zijn over geloven, Bijbel en de Zin van het leven, leren we elkaar kennen, verrijken we elkaar en zijn we bezig met waar het in de kerk in wezen om gaat. Het jaarthema Het jaarthema van de PKN is ‘Als nieuw. Leven in het licht van Gods koninkrijk’. Op de website van de PKN wordt dit als volgt toegelicht: “Centraal bij dit jaarthema staat de gelijkenis 'De werkers in de wijngaard' (Matteüs 20, 1-16). In deze gelijkenis is iets te proeven van de vreemdheid én het bevrijdende van het koninkrijk. Jezus zet alle menselijke verwachtingen op zijn kop. De arbeiders die pas laat op de dag zijn begonnen, ontvangen net zoveel loon als de arbeiders die de hele dag gewerkt hebben. Hun loon is geen loon naar werken maar genadeloon. Ondertussen klinkt in deze gelijkenis ook een uitnodiging: je kunt elk uur aanhaken bij het werk in de wijngaard. Als we ons richten op het hemelse licht dat nu al over onze werkelijkheid valt, scherpt dat het zicht op onze verantwoordelijkheid voor de medemens, voor de schepping, voor ons samenleven.” Er zijn van die verhalen die je een beetje ongemakkelijk achterlaten. Niet omdat ze ingewikkeld zijn, maar omdat ze iets in ons raken dat diep geworteld zit. De gelijkenis van de werkers in de wijngaard (Matteüs 20, 1-16) is zo’n verhaal. Het lijkt in eerste instantie een vrij eenvoudig verhaal over loon en arbeid, maar als je er wat langer over nadenkt, wringt het. De arbeiders die de hele dag hebben gezwoegd, in de brandende zon, krijgen hetzelfde betaald als de mensen die pas aan het eind van de dag arriveren en nauwelijks hun handen vuil maken. Dat voelt oneerlijk. We zijn nu eenmaal gewend aan het idee van "loon naar werken". Het is bijna een oerprincipe: je werkt hard, en daar word je voor beloond. Maar hier gebeurt iets vreemds – en misschien zelfs iets wat op het eerste gezicht oneerlijk lijkt. De laatkomers ontvangen net zoveel als degenen die vanaf de vroege ochtend hard aan de slag zijn gegaan. Er zit iets ongemakkelijks in deze gelijkenis. Het druist in tegen onze instinctieve overtuiging dat inspanning beloond moet worden. Jezus lijkt hier alle menselijke verwachtingen op hun kop te zetten. Maar juist dat ongemak nodigt uit tot nadenken. Wat gebeurt hier precies? Het verhaal wijst niet op de verdeling van eerlijk loon, maar op iets veel diepers: genade. En genade werkt nu eenmaal anders dan de logica van beloning. Genade kijkt niet naar hoe lang je hebt gewerkt, hoeveel uren je hebt gemaakt of hoe zwaar je het hebt gehad. Genade wordt gegeven, niet verdiend. En daarmee zit er iets bevrijdends in deze gelijkenis. Want als je door die schurende eerste laag heen prikt, ontdek je dat de boodschap niet alleen gaat over loon of inspanning, maar over de uitnodiging om altijd aan te haken. Of je nu vroeg bent of laat, je mag nog meedoen. Het is nooit te laat om je bij het werk in de wijngaard aan te sluiten, en deel te nemen aan Gods Koninkrijk. ‘De eersten zijn de laatsten, wie nakomt gaat voorop! (Liedboek, 991) ds. Anneke van der Velde veld5834@planet.nl 06 52680894 ![]() | ||
terug | ||