4 mei gezamenlijke dienst
4 mei gezamenlijke dienst
De orde van dienst vindt u hier: Orde van Dienst 4 mei
Gezamenlijke dienst ‘Kerken met Vaart’
Noorderkerk Nieuw Amsterdam
Met medewerking van ‘Sing it’ uit Beilen
Organist: Joke Bartelds
Predikant: ds Anneke van der Velde
Orgelspel
Welkom
Lied Psalm 95: 1
Votum en Groet en introductie
Sing it
‘Strength for tomorrow, grace for today’
‘I’m not alone
Gebed
Sing it
‘Down to the river to pray’
‘Be still’
Kinderen gaan naar de Kindernevendienst
Lezing: Maleachi 3: 13 t/m 17
Jullie hebben tegen elkaar harde woorden over mij gesproken – zegt de Heer –, en jullie vragen: ‘Wat hebben we dan over u gezegd?’ Jullie hebben gezegd: ‘Wat heeft het voor nut om God te dienen, wat hebben we eraan dat we zijn voorschriften in acht nemen en ons in een boetekleed hullen voor de Heer van de hemelse machten? We moeten de hoogmoedigen wel gelukkig prijzen, want wie zich goddeloos gedraagt gaat het voor de wind, en wie God beproeft komt er goed vanaf!’
Zo spraken de mensen die ontzag voor de Heer hadden tegen elkaar, en de Heer hoorde het en luisterde aandachtig. In zijn bijzijn werden in een boek de namen van de mensen opgetekend die ontzag voor de Heer hadden, die zijn naam hoogachtten. Op de dag die ik voorbereid – zegt de Heer van de hemelse machten – zullen zij mijn eigendom zijn. Ik zal hen sparen zoals je een kind spaart dat je gehoorzaam is.
Lied Harm en Roelof: ‘Drents wichtie’ https://www.youtube.com/watch?v=lNSiNhx9oTg
Ach, zun toggeltien wichter, goed vieftig jaor hèèr,
lachend en giebelend en altied plezeer.
Die gek op een jong waren, maar gien jong die als’t wus.
Want ’t an hum vertellen, nee, gienien die dat dus.
Almaol plattelands wichter, almaol in ien klas.
En ien met verplicht een ster op de jas...
En heur wereld was klein.
’t Was heur hoes, ’t was heur straot.
’t Was heur hondtien, heur schoel,
heur speulkameraod.
’t Was een zörgeloos leven under de zun,
umdat zun kind jao niet wus
dat er oorlog bestun.
Bij die noestige boom zung zie vrolijk heur lied.
Bij die boom op de Brink, die er altied nog stiet.
Speulde blikspuit, verstoppertien, ’bok hoeveul horens’.
Zöcht aal jaoren brummels op, hier of daor waorens.
en Drèents pruut zie Drèents, zo aal kinder doe.
en zo als heur pappe, en zo als heur moe.
Een wichtien op klompies, een lief, vrolijk kind.
Argeloos, zo als aal kinderties bint.
En heur wereld was klein.
’t Was heur hoes, ’t was heur straot.
’t Was heur hondtien, heur schoel,
heur speulkameraod.
’t Was een zörgeloos leven under de zun,
umdat zun kind jao niet wus
dat er oorlog bestun.
Hoe aold was zie west nou?
Krap zestig jaor?
Misschien wal al oma.
Waarschienlijk gries haor.
Mien mam haar zie wezen kunt, of van mien maot.
Of van zo veul mensen bij oes in de straot.
een zörgzame mamme, zoas heur mamme doe,
die vöcht veur heur wicht, tot in Polen an toe!
En heur wereld was klein.
’t Was heur hoes, ’t was heur straot.
’t Was heur hondtien, heur schoel,
heur speulkameraod.
’t Was een zörgeloos leven under de zun,
umdat zun kind jao niet wus
dat Auschwitz bestun!
Overweging
Stilte
Lied Harm en Roelof: ‘Mirjam’ https://www.youtube.com/watch?v=-JMNVR4-Lhw
Ze fietst met wapperende haren door de wind
Met de ogen van een vrouw en het lichaam van een kind.
Haar kleine broertje met zijn wang tegen haar jas
Ze stuurt met twinkels in haar ogen door een plas.
Langs de Aalder molen, weetje, in Syrie heb je die niet zoveel.
Ze mag hier vrijelijk bewegen en komt geen Talibanners tegen,
gaat op zondag naar de kerk omdat ze weet
dat niemand hier in Aalden haar de keel doorsnijd.
Ze mag hier hardop bidden tot de lieve Heer:
Geef mij mijn kleine broertje en mijn vader weer.
En als er een F16 langs komt schrikt ze zich rot.
Hoewel het de laatste tijd wel steeds beter wordt.
En tegen Gradus zegt ze zachtjes: Dag meneer.
Zijn kalasnikov is een heggeschaar.
Ze heeft wat eieren in de tas en vers brood
Het is hier stukken kouder maar het is hier goed.
Ze mag hier vrijelijk bewegen en komt geen Talibanners tegen,
gaat op zondag naar de kerk omdat ze weet
dat niemand hier in Aalden haar de keel doorsnijd.
Ze mag hier hardop bidden tot de lieve Heer:
Geef mij mijn kleine broertje en mijn vader weer.
Ze zoekt kastanjes op zoals elk kind
Denkt aan haar Opa en haar Oma die nog in Aleppo zijn.
Ze heeft zo’n heimwee naar de stad en naar de zon
En wenst dat haar leven zo blijven kon.
Terwijl Jantina Helling’s wieken vrolijk draait
Ze heeft alleen haar kleine broertje dat zo schreit.
Ze mag hier vrijelijk bewegen en komt geen Talibanners tegen,
gaat op zondag naar de kerk omdat ze weet
dat niemand hier in Aalden haar de keel doorsnijd.
Ze wil graag begrijpen wat de dominee zegt
Haar Syrie is hier nog zo ver weg.
Ze fietst met wapperende haren in de wind,
Gebeden
Stil gebed
‘Onze Vader’
Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd.
Uw koninkrijk kome.
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood.
En vergeef ons onze schulden zoals ook wij onze schuldenaars vergeven.
En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid
Tot in eeuwigheid.
Amen
De kinderen komen terug
Overdracht opbrengst 40 dagen project ‘Small Miracles’
Gaven
Sing it
‘The journey of faith’
‘You sing over me’
Slotlied (wijs Lied 868)
Komen ooit voeten gevleugeld mij melden de vrede;
daalt over smeulende aarde de dauw van de vrede,
wordt ooit gehoord uit mensen monden dat woord:
wij zullen rusten in vrede.
Dan zal ik zwaaien naar vreemden, zij zullen mij groeten.
Wie was mijn vijand? Ik zal hem in vrede ontmoeten.
Dan zal ik gaan waar nog geen wegen bestaan -
vrede de weg voor mijn voeten.
Zegen
Staande zingen: Wilhelmus: 1 en 6
| ||
terug | ||